top of page

Blog

INSPIRATIE

Als ik het met buitenstaanders (dus niet-vakgenoten) heb over hoe dat nu gaat, dat componeren, komt steevast de vraag: word je 's nachts wel eens wakker met een muzikale inval, met 'inspiratie'?

Om vak van componist hangt voor velen nog steeds een vage sluier van belegen romantiek, waarbij de kunstenaar bij voorkeur door diepe psychische en financiële dalen schijnt te moeten te gaan alvorens iets te kunnen maken wat de moeite waard is. Het andere hardnekkige misverstand dat- althans, in mijn geval- lijkt te hebben post gevat is, dat componisten wel eens midden in de nacht wakker worden met een briljant idee, een motiefje, of een thema, dat door het slaperige hoofd rondbanjert, en er uit wil.

Wel, ik word 's nachts regelmatig wakker, maar dat is meestal om iets anders kwijt te raken. Muzikale thema's zitten daar zelden tot nooit bij. Sterker nog, als die er bij zitten, zo heb ik gemerkt, zijn ze meestal niet geweldig en kan ik ze beter meteen mee doorspoelen.

Dat wil niet zeggen dat je, liggend in bed en wachtend op de slaap, niet kunt nadenken over bepaalde nummers waar je mee bezig bent. Maar dat zijn dan over het algemeen de wat praktischer kwesties waarmee je als componist te maken hebt: de toonhoogte of de structuur van een liedje, een tekst of een arrangement. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit vanuit slapende toestand de wereld heb mogen verblijden met een briljante ingeving waar ik later ook nog iets aan had. Ik behoor tot degenen die er gewoon, 's ochtends, 's middags of 's avonds, voor moeten gaan zitten. Alleen.

Die vraag is dus inderdaad tamelijk simpel te beantwoorden met: nee, vrijwel nooit. Maar waarmee men mij echt in de problemen brengt is: "Hoe doe je dat nou, dat componeren?"

Ik kan allerlei ingewikkelde verhalen op gaan hangen, maar het werkelijke antwoord is toch, dat ik dat eigenlijk niet weet. En dat is best wel ontluisterend, als je beseft dat het al een aantal decennia zo'n beetje je belangrijkste bezigheid is.


 

Translate with Google

Dit wordt dan ook niet geloofd. Haha, lacht men, natuurlijk weet je wel wat je aan het doen bent. Het is alleen maar valse bescheidenheid!

Toch niet. Het kan uiteraard helpen als je noten kunt schrijven, als je weet hoe akkoorden in elkaar zitten, en het toonbereik van instrumenten kent. Maar dat zijn technische aspecten van het vak. Zelfs al ben je a-muzikaal en toondoof, dan kun je dat nog leren. Maar er is een bron, die dat aanstuurt. Zonder die bron, die we maar even inspiratie zullen noemen, heb je helemaal niets aan al die kennis. Door technische knowhow en ervaring kun je die inspiratie zeker een beetje op weg helpen. En leren herkennen. Maar je kunt er niet op rekenen. Het kan wegblijven, zonder dat je weet waarom. Eventjes, of als je pech hebt, jaren lang. De zogenaamde writer's block.

Er zijn dingen die je kunnen inspireren, die de bron kunnen openzetten. Ik noem liefde natuurlijk, geld (jazeker. "let's write a swimming pool" schijnen Lennon en McCartney tegen elkaar te hebben gezegd toen hen duidelijk werd dat je met liedjes maken veel geld kunt verdienen), tegenslag, leven, verlies, dood. Merk hierbij op dat de negatieve zaken des levens de overhand hebben. Het winnen van de loterij is leuk, maar daar ben je als componist gauw over uitgeschreven. Sterker nog, ik kan me voorstellen dat je het juist daardoor kalmer aan gaat doen.

Een goede tekst wil ook wel eens helpen. Bij Kayak kwam over het algemeen de muziek eerst, en daarna de tekst. Toen ik mijn eerste Nederlandstalige nummers schreef, merkte ik dat het ook andersom kon. Dat was trouwens in 1975, met 'Boezem' op een tekst van Harry Mulisch, voor een project genaamd Zing Je Moerstaal. Het moest midden jaren tachtig worden alvorens ik het weer eens in het Nederlands kon proberen. Dat was toen Youp van 't Hek me vroeg muziek te maken voor zijn programma 'Verlopen en Verlaten'.

Een mooi voorbeeld in dat kader, waarbij het schrijven bijna vanzelf ging, is 'Meneer Alzheimer', met muziek geschreven op een tekst van diezelfde Youp. Het schrijven van die muziek duurde ongeveer even lang als het nummer zelf: zo'n 3 minuten dus. Ok, ok, ik overdrijf een beetje, want als het raamwerk van zo'n liedje staat moet je altijd nog gaan schaven, en kleine verbeteringen of variaties aanbrengen en dat kan nog best een uurtje duren. Maar Meneer Alzheimer was een van die teksten waarbij ik meteen het liedje 'zag'. Sfeer, tempo, metrum, het was volstrekt duidelijk waar het heen ging. Hoorde lijkt in dit geval toepasselijker, maar het is toch echt een combinatie van innerlijk zien en horen.

Wat ik mezelf nog altijd afvraag: waar kwam dat liedje 'Lyrics' toch zo ineens vandaan, de eerste single van Kayak? Dat nummer, dat ik schreef toen ik 19 of 20 was. bleek meteen- en is nog steeds- mijn stijl van schrijven. Er is wel wat oefening aan vooraf gegaan, maar niet zo veel, eigenlijk. En het rare is: er is wat dat betreft in al die jaren daarna ook niets essentieels veranderd. Ik heb er sindsdien echt wel het een en ander bijgeleerd- maar er was kennelijk al iets wat het me mogelijk maakte, zoiets te schrijven zonder dat ik precies wist waar het vandaan kwam, laat staan waar ik heen wilde. Dat is geen borstklopperij, of ijdelheid. Vergeleken met buitenproportionele genieën als Bach en Mozart is mijn werk volstrekt onbeduidend- mijzelf in één zin noemen met hen kost me al grote moeite. Maar de kern, waar het vandaan komt, is hetzelfde.

Ik wil het fenomeen inspiratie niet te veel analyseren. Het is ten eerste onbegonnen werk, want ten diepste ongrijpbaar. Maar het heeft ook een vreemde, beredeneerbare kant: componeren betekent in taal-technische zin 'samenstellen'. We hebben, in de westerse muziek, 12 tonen tot onze beschikking, die we per compositie weer op een andere manier achter en boven elkaar zetten- kunnen samenstellen, dus. Maar, en hier komt het: er zijn, ondanks de duizelingwekkende hoeveelheid mogelijke variaties, toch een begrensd aantal mogelijkheden- waarvan het grootste deel vermoedelijk het aanhoren niet waard is.

 

Dat 'begrensd' moet je heel ruim zien, natuurlijk, want net als de hoeveelheid sterren in het universum gaat dat aantal ons begrip verre te boven. Maar alle mogelijke muziekstukken zijn er eigenlijk al- alleen zullen ze nooit allemaal geschreven worden. Het kunnen zien van een paar van die mogelijkheden, is denk ik de kern van inspiratie. Nu weten we nog niks, maar ik vind het leuk om daar eens over te filosoferen.

Genoeg gezweefd. Volgende keer over mijn komende solo album, en welke van die grote hoeveelheid nog niet geschreven muziekstukken daarop terecht gaan komen.

bottom of page