top of page

Translate with Google

MESSINIAS

juli 2018

 

Mensen die mij wat beter volgen (bijvoorbeeld via Facebook) weten meestal wel dat ik een flink deel van het jaar in Griekenland doorbreng. Wij hebben sinds 2002 een huis aan de zuidkust van de Peloponnesos (PeloPONnessos, wel het accent correct uitspreken graag). Het is een gebied dat eerder provinciaals te noemen is dan toeristisch, waar nog altijd een deels agrarisch georienteerde gemeenschap woont die het over het hele jaar genomen moet hebben van de olijven, sinaasappelen en druiven. Maar, toegegeven, ook hier rukt het toerisme en de moderne tijd toch langzaam op. Het voordeel ervan is dat alle denkbare gemakken en benodigdheden er zijn (pin-automaten en banken, postkantoren, goed en internationaal gesorteerde winkels op elk gebied, redelijk wegendek, overal wi-fi, tankstations, schone toiletten enzovoort), en het nadeel is natuurlijk dat het er toch wel wat drukker wordt. In vergelijking met echt toeristische oorden zoals Zakhyntos, Kreta, etcetera, is dit echter nog een oase van rust die alleen echt in augustus beter te mijden is. Maar dat geldt in principe voor heel Griekenland, omdat dan alle Grieken met vakantie gaan.

 

Wat ik er zoal doe? Je bent toch geen vijf maanden met vakantie, hoor ik iemand twijfelen. Nee, ik wil het geen vakantie noemen- wij verplaatsen eigenlijk ons huishouden naar een wat zonniger plekje op aarde, waar wat minder stress is, de stranden dichtbij, kleine eettentjes om de hoek en waar je gemiddeld wat langer bezig bent met zaken die er volstrekt niet toe doen en merkt dat het- inderdaad- ook allemaal manana kan, hoewel ik eigenlijk het Griekse woord avrio zou moeten gebruiken. 

 

Dat is best een hele organisatie: de reis (per auto en boot) neemt bijna drie dagen in beslag. Er moet van alles mee, huishoudelijke, gezellige en praktische zooi natuurlijk maar ook een keyboard, computer etcetera zodat ik mijn dagen niet geheel en al in ledigheid hoef door te brengen. Iedere eigenaar van een buitenlands huis weet dat er heel wat bij komt kijken om dat niet te laten verpauperen: er is ook hier (voorál hier lijkt het) altijd van alles kapot, verroest, verkalkt en overwoekerd. Ieder voorjaar zijn we benieuwd wat er nu weer niet werkt. We worden zelden teleurgesteld. 

 

Toen wij hier gingen wonen, was ik er van overtuigd dat we veel contact zouden krijgen met de lokale bevolking, we Grieks gingen leren en ik natuurlijk ook Griekse collega-muzikanten zou ontmoeten om mijn en hun muzikale horizonten te verbreden. Daar kwam weinig van terecht. Er wonen hier redelijk veel buitenlanders, vooral Duitsers, Engelsen, Nederlanders en Oostenrijkers, en met hen hebben we goed contact gekregen. Slechts een enkele Griek kennen we wat beter, en door hen worden we dan ook wel uitgenodigd voor een huwelijk, doop of begrafenis- maar het blijft oppervlakkig en dat komt niet alleen door onze slechte beheersing van het Grieks. De meeste jonge Grieken, of degenen die afhankelijk zijn van buitenlanders, spreken namelijk uitstekend Engels. Het leren van Grieks (overigens een ontzettend interessante taal met een enorme historie en invloed op ook het Nederlands) heb ik daarom ook maar opgegeven: we kunnen ons redden bij de supermarkt, en weten min of meer waar het gesprek over gaat. Het is echter zo’n belachelijk moeilijke taal met veel naamvallen, vervoegingen, rare klemtonen en onderliggende betekenissen dat we hebben besloten de communicatie maar beter in het Engels te laten plaatsvinden.

 

Niet dat we niemand kennen. Integendeel: we kennen hier misschien nog wel meer mensen dan in Nederland. Omdat iedereen en alles hier veelal buiten en zich gewoonlijk rondom dezelfde plek beweegt is ben je voortdurend aan het zwaaien, knikken of hallo aan het roepen. De tegelzetter die bij ons ooit eens een wandje betegelde, zeggen nog altijd vriendelijk gedag. Voor je post moet je naar het postkantoor. Voor speciale zendingen hoeven we ons niet eens te legitimeren- niet dat ze je naam kennen maar ze geloven het wel want je woont er al zoveel jaar. Twee dagen hier en we hebben iedereen weer gezien. 

 

Collega-muzikanten ben ik hier niet tegengekomen. Wel wat goedwillende amateurs, maar toen men mij een keertje wilde koppelen aan een zangeresje dat musical ambities had en dat op een plaatselijk feest ten toon wilde spreiden met mij als pianistische begeleider, heb ik dat verder consequent afgehouden. Er worden af en toe klassieke concerten georganiseerd bij de kerk, en dat moeten ze ook vooral blijven doen, maar een avondje Brahms met piano en viool trekt mij persoonlijk niet zo erg. Vaak zijn dat Zweden of Duitsers die het hier kennen en het leuk vinden om zoiets te doen (vergoeding is er alleen in de vorm van een fles wijn). Ik vind dat prima, en als ze Kayak zouden vragen, graag. Ook zou ik hier een aantal geweldige lokaties weten om te kunnen spelen, maar ik vrees dat het budget niet toereikend is. 

 

De wat kneuterige sfeer die hier hangt bevalt me uitstekend. We hebben en nemen hier de tijd. Je moet wel, zou ik haast zeggen. Toen we hier kwamen was er geen internet, alleen Griekse tv (een ervaring op zich) en de krant las ik misschien 1 x per week. Het werd me toen duidelijk dat Nederland niet het centrum van de wereld was en dat als je het nieuws een week niet volgt, de aarde gewoon doordraait.

 

Menig Kayak-album is er geschreven, misschien juist door die rust- hoewel je moet oppassen dat je niet blijft denken dat het avrio ook kan. Maar neem Nostradamus, Letters from Utopia, Cleopatra of Seventeen: het meeste Kayak-materiaal van de laatste 15 jaar is ontstaan, op de veranda en in mijn kleine EHBO-studio met uitzicht op de golf van Messinias.   

bottom of page