top of page

FESTIVALS

december 2017

(ook gepubliceerd in iO Pages)

Geen optreden is hetzelfde. Ja, dezelfde band, dezelfde nummers. Maar toch zijn er wezenlijke verschillen, mede afhankelijk van de gekozen locatie en gelegenheid. Er zijn ruwweg drie soorten, met allerlei tussenvormen. Het theater, de popzaal en het festival.

Een theater, waar het publiek gewoonlijk zit, is voor de artiest het meest comfortabel- vanwege het feit dat er meestal om kwart over acht wordt begonnen en dus ook weer op een redelijke tijd wordt gestopt. Er is nooit een disco na in dezelfde zaal, die stante pede ontruimd moet worden. Geluidstechnisch is het er meestal ook voor elkaar, er zijn ruime kleedkamers, een strijkbout en een foyer met wellicht iemand achter de bar die de drankjes inschenkt. Het nadeel, althans zo ervaar ik dat, is het zittende en al te braaf luisterende publiek dat nauwelijks een vin durft te verroeren. Wat wil je nog meer, zou je zeggen, mensen die luisteren? Nou, dat het een beetje loskomt in zo’n zaal, en dat is meestal in vergelijking tot popzalen een heikel punt. Het is een andere discipline, ook op het podium. Stiltes duren er enorm lang. Het blijft wat stroef, zo’n op afstand zittende zaal.

Nee, dan die popzalen? Hm. Tegenwoordig goed geoutilleerd, dat zeker. Beter qua sfeer, maar ook niet alles. In sommige van die zalen is het toch een hels karwei om er boven het geroezemoes en gewauwel van het publiek uit te komen, dat voor een groot deel echt niet speciaal voor jou gekomen lijkt. Nog erger is het in die veelal op het wat plattere land voorkomende zaaltjes met voorin een cafe-restaurant. Reuze gezellig, maar je denkt wel eens: wat kwam ik hier ook alweer doen? En regelmatig moet je je er door het publiek naar het podium zien te worstelen omdat de kleedkamer (gewoonlijk een soort omgebouwde logeerkamer) zich boven het cafe bevindt, helemaal aan de andere kant van het gebouw. Het alternatief is buiten om lopen, door een weilandje. Maar meestal regent het daar.

Een geheel apart genre is het festival optreden. Alleen al om langs allerlei bewakers en vrijwilligers de weg zien te vinden naar podium en kleedruimtes is een uitdaging op zich. Voor de band verder vaak een sprong in het diepe, omdat lang niet altijd een soundcheck gehouden kan worden. Een line-check om te zien of alles het doet, dat is het wel. En het merkwaardige is: vaak blijkt dat voldoende en is het geluid helemaal niet slechter dan in al die zalen waar je twee uur de tijd krijgt om alles uit te testen. Dit hangt natuurlijk wel af van de kundigheid van je geluidsmixer en de rest van de crew.

Het zijn wat mij betreft toch de minst directe en minst persoonlijke concerten. Oei, 30.000 man, hoor je, moeten we nu nerveus worden? Nerveuzer dan voor die 300 in dat popzaaltje? In het geheel niet. Het publiek staat meestal ver van het podium af, daarvan gescheiden door dranghekken en wat loopruimte voor fotografen en personeel. Die massa mensen daar verderop, dat zijn geen 3.000 of meer toeschouwers, maar dat is er maar eentje- althans, zo ervaar ik dat. Een optreden in een kleine zaal is veel spannender, niet alleen omdat het publiek zo dichtbij staat dat men jou bijna kan aanraken (en ruiken als het er warm is), maar omdat dat twee kanten uitwerkt: het contact is veel intenser, je ziet onmiddellijk de reacties, en de uitdrukkingen op het gezicht. En familie en vrienden.

Goed, ter illustratie dan nog een korte festival anekdote. We speelden in 2015 met Camel op een festival in Zuid-Engeland, op een gigantisch terrein met twee podia. Aan de andere kant van het veld stonden, tegelijk met ons geprogrammeerd, the Scorpions. Voor wie ze niet kent: die spelen hard. Erg hard. Camel kan dat ook, maar het repertoire kent tevens vele zachtere en wat subtielere momenten. Helaas stond de wind onze kant op, en hoorden wij, zelfs terwijl we speelden, dat the Scorpions het nog niet waren verleerd. Voor het publiek moet dat helemaal vreselijk geweest zijn, twee bands door elkaar. Welke idioot had dit zo uitgedacht? Het was storend en lachwekkend tegelijk. Het werd zo erg dat Camel gitarist Andy Latimer op een gegeven moment aankondigde: “And now, our next song by The Scorpions, and it is called: Ice!”

Ton

bottom of page