top of page

Translate with Google

DE COMBINIST

februari 2019

 

In een eerdere blog heb ik het al eens gehad over inspiratie, en wat dat nu precies is, en hoe je het herkent. Het is een vreemd fenomeen: lastig te omschrijven, maar tegelijkertijd onmisbaar bij het componeren. En nu de kunstmatige intelligentie langzaam maar zeker zijn intrede doet bij het maken van muziek (zo is er een applicatie die klassieke muziek die de componist nooit heeft kunnen voltooien, voor hem afmaakt), wordt het helemaal een raadsel: hebben computers eigenlijk inspiratie nodig of is het inderdaad ‘alleen maar’ een rekenkundig proces? 

 

Voor mij is het componeren van muziek eigenlijk als het op reis gaan naar een onbekende bestemming zonder een landkaart (of navigatie). Je weet niet waar je uitkomt, en ook niet hoe je er zou moeten komen. Je weet pas als je er aankomt waarheen je al die tijd op weg was. Natuurlijk herken je onderweg hier en daar een landschap, of een huis, of een weg- maar het heeft geen zin om daar te blijven hangen: je moet ergens heen waar nog niemand geweest is. Je hoopt dat die plek bestaat, maar zeker weten doe je het niet. Soms blijkt het wat tegen te vallen, en kom je teleurgesteld thuis. Als die plek er wel blijkt te zijn, wil je er nooit meer weg. 

 

Elk liedje, elke symfonie, bestaat in theorie al: het is de combinatie van alle denkbare tonen, klankkleur, tempo/ritme en frasering/dynamiek die de identiteit van de compositie bepaalt. Er zijn ontelbare mogelijkheden, waarvan de meeste denk ik niet om aan te horen zijn. De componist, de naam zegt het al, stelt dus alleen maar samen uit de beschikbare middelen. Hij combineert die, voegt die samen. Je zou hem of haar evengoed een combinist kunnen noemen. De ene combinist combineert dit, de andere weer iets anders op een andere manier. Maar hij put uit beschikbare middelen, gegevens, data. Dat komt al aardig in de buurt van een rekenkundig proces, van waaruit A.I. functioneert.

20190216_132417.jpg

Dan rijst de prangende vraag: wat maakt een menselijke componist nu eigenlijk beter dan een computer? En, nog erger, is dat wel zo? En wie bepaalt dat? Als de computer plotseling een elektrische gitaar introduceert bij het voltooien van een Schubert symfonie, nemen we aan dat het ding fout geprogrammeerd is. Zou een levend mens dat bedenken, dan is hij óf een slecht vakman óf breekt hij bewust een code- en dat breken van geaccepteerde codes en conventies staat vaak aan de basis van het vernieuwen van een kunstvorm. 

 

Ik moet overigens vaststellen dat er zeker mensen zijn die slechter (of misschien moet ik zeggen: minder aansprekend) componeren dan een computer. Uiteraard de a-muzikalen onder ons, maar toch ook bepaalde vakbroeders die het nooit zullen leren. En ik vrees dat naarmate de techniek vordert, er steeds minder mensen zullen zijn die ‘beter’ componeren dan hun kunstmatige collega’s. Die zullen op zeker moment toch begrijpen waarom iets wel of niet werkt, gevoelsmatig dan. Ook dat zal wel een algoritme zijn. Of de A.I.’tjes ooit het niveau van Bach zullen halen, waag ik te betwijfelen. En was Bach misschien niets anders dan een buitengewoon wiskundig genie, die dan wel niet de quantumtheorie heeft uitgevonden maar datgene wat hij wél ontdekte in het universum omzette in tonen, klankkleur, tempo en dynamiek. Precies al die dingen die ons gewone stervelingen wel kunnen ontroeren- in tegenstelling tot de quantumtheorie, die mij nimmer tot tranen toe wist te bewegen. 

 

Over Bach en andere geniale componisten zoals Mozart gesproken: hoewel ik af en toe best een aardig deuntje kan schrijven, voel ik mij ten opzichte van hen werkelijk als een peuter met zijn eerste blokkendoos naast een bouwkundig ingenieur. Alleen al de hoeveelheid noten die ze in hun soms korte bestaan hebben neergepend is bijna niet te bevatten. Een normaal mens zou er al een leven voor nodig hebben om dat alleen maar te noteren, laat staan te bedenken (en dat ook nog zonder computer en andere hulpmiddelen). Ik vraag me wel eens af wat Bach en consorten in de huidige tijd geschreven zouden hebben. Bestaan ze eigenlijk nog wel, dit soort muzikale reuzen? Misschien herkennen we ze wel niet, net zoals Bach en Mozart in hun tijd niet de status hadden die ze tegenwoordig hebben. Of zouden ze nu gewoon bezig zijn met het ontwikkelen van computerprogramma’ss, die….ach, laat ook maar.

bottom of page